“Misschien geldt het voor mij nog wel nóg wel meer dan voor mijn moeder dat het paardrijden mij met de paplepel is ingegeven”, zegt Leida Naber met een lachje.“Het komt bij mij echt van alle kanten, van beide ouders èn grootouders. En ik ben opgegroeid op de wedstrijden. Volgens mij heb ik sinds mijn geboorte geen editie van Boekelo gemist…Ik kan me mijn leven zonder paardrijden en de eventingsport nièt voorstellen.”Leida heeft dus ondanks haar jeugdige leeftijd al ongelooflijk veel wedstrijden gezien. “Nu ik zelf uitkom in de eventingsport, ben ik niet snel onder de indruk van hindernissen. Ik heb ze bij mijn moeder veel zwaarder gezien”, zegt Leida nuchter.Het leuke van de eventingsport vindt zij het complete van het spelletje: je bent met drie onderdelen bezig. Leida: “Er is veel afwisseling, een paard verveelt zich daarom ook niet snel. Er is altijd wel weer iets anders te doen.”Voor zichzelf ziet zij in alle onderdelen nog veel te leren en te verbeteren. “Dressuur, springen, crossen, nog leermomenten genoeg! En je moet kilometers maken. Van elke langsloper in de cross leer je meer dan van foutloos rondkomen”, zegt Leida.Crossen vindt Leida wel het allerleukst: “Daar doe je het natuurlijk eigenlijk allemaal voor. Maar naast het crossen vind ik alles leuk: het trainen, buiten rijden, dressuur, paard verzorgen, plezier hebben bij onze gezellige club de Flevoruiters, plezier met mijn paardrijdende vriendinnen allemaal overgebleven nog van de ponyclub, dàt vind ik ook allemaal fijn.”