10 april 2019

Veiligheid in de eventing: KNHS ontplooit veel initiatieven

OUDKARSPEL- In Oudkarspel ging afgelopen weekend het internationale eventingseizoen in Nederland weer van start op de terreinen rond de thuislocatie van de familie Beukers met de North Holland Dutch Horse Trials. In Oudkarspel vond tegelijkertijd een bijscholing plaats voor Nederlandse crossbouwers, ook organiseerden KWPN Noord-Holland en KNHS samen een clinic van voormalig teamdierenarts Jan Greve over fokkerij en eventing waarbij de cross bezichtigd werd.

Eén van de vele vragen die geregeld wordt gesteld, luidt uiteraard of de veiligheid in de eventing door de KNHS wel voldoende wordt gewaarborgd. En of de KNHS er überhaupt wel mee bezig is! “Ja natuurlijk! We zijn en blijven continue met veiligheid voor mens en dier bezig. En met de opleiding van onze crossbouwers en controleurs. De zogenaamde breekboom is door de FEI niet voor niets tot ‘Dutch pole’ omgedoopt, de Nederlandse boom”, zegt Gert Naber. Naber, zelf oud-international in de eventing, is de enige internationaal opgeleide FEI-tecnical delegate level 3 eventing in Nederland en is lid van de Eventing Risk Management Steering Group van de FEI.

Maatregelen

De geschiedenis van de ‘Dutch Pole’, hier beter bekend als breekboom, gaat terug naar 1998. In dat jaar kwamen twee paarden als gevolg van een ongeluk om in de crosscountry van Boekelo, in 1971 voor het eerst gehouden. De toen opgerichte onderzoekscommissie met als leden onder meer Jacob Melissen, Gert Naber en Teun Platenkamp deed verschillende aanbevelingen. De belangrijkste: pas hindernisbouw aan, laat de steeple in de uithoudingsproef vervallen en pas het verplichte tempo en afstanden aan.

Rotational fall voorkomen

Het resultaat van onderzoek naar veiliger vaste hindernissen was een ‘breekboom’.
Gert Naber licht toe: “Het gevaarlijkst bij het aanstoten door het paard van een vaste hindernis is de zogenaamde ‘rotational fall’, een val waarbij het paard een koprol voorover maakt over de hindernis, soms zelfs fataal terechtkomend bovenop de ruiter. Een breekboom als bovenste van een hindernis is gemaakt om enigszins mee te veren als het paard de boom aanstoot. Bij een zware touch breekt de boom om het paard een ‘escape’ te geven en zijn voorbenen weer onder zich te kunnen vouwen.”

De breekboom met een diameter van circa 25 tot 40 centimeter bestaat uit een geperste kartonnen koker, met daaromheen een waterdichte coating die in elke gewenste kleur kan worden geschilderd. Het in Nederland toepassen van de breekboom leidde bij de internationale bond FEI tot verder onderzoek naar hindernissen die “deformable en frangible” (uitneembaar) zijn.
Het toenemend aantal ongelukken in de internationale Eventingsport bracht ook andere internationale bonden zoals de Britse Eventing en de Amerikaanse USET ertoe veiligheidssystemen te ontwikkelen voor crosshindernissen.

MIM clip

Inmiddels investeerde een Zweedse internationaal parcoursbouwer via een eigen bedrijf veel in de ontwikkeling van de zgn “MIM-clip”. Dit systeem dat hindernisbalken aan elkaar vastklipt en bij aanraking voor het iets meegeven en wegrollen zorgt, wordt momenteel wereldwijd bijna op alle eventing-wedstrijden toegepast. Nederlandse wedstrijdorganisaties  krijgen de MIM-clips vergoed van de KNHS. Naast de Engelse “breekpen” is de MIM-clip door de FEI gecertificeerd.

FEI goedkeuring

Op alle KNHS-eventing wedstrijden wordt de breekboom veelvuldig toegepast, net als tegenwoordig de MIM-clip in de klasse Z. De KNHS heeft echter besloten om de breekboom internationaal niet nader voor certificering aan te bieden.

Gert Naber zegt: “Internationaal worden strafpunten toegekend bij het kapot springen van de Dutch Pole. Maar de breekboom die van wedstrijd tot wedstrijd gaat, raakt uiteraard geleidelijk verzwakt door de vele aanrakingen en de weersinvloeden. De discussie met de deelnemer zal altijd zijn of de boom door een harde aanraking is gebroken, of dat deze door de tijd en veelvuldig gebruik al geleidelijk was verzwakt. Dat wordt een eindeloze discussie. Aangezien er nationaal geen strafpunten worden toegekend als de boom kapot gesprongen wordt, leeft deze discussie niet op onze eigen KNHS-wedstrijden.”

Ruiterinvloed

Is nu met het vervallen van de steeple, het introduceren van de kortere wedstrijden en het aanpassen van de hindernisbouw de veiligheid daadwerkelijk verbeterd?
Gert Naber: “De grootste verbetering is en blijft nog steeds het vergroten van kennis bij zowel parcoursbouwer als ruiter. Beiden kunnen elkaar ook wederzijds zeer positief beïnvloeden!  De meeste ongelukken in de basis hebben te maken met de vaardigheid van de ruiter. Je moet natuurlijk een keer beginnen met eventing op laag niveau. Maar de KNHS raadt tegelijkertijd elke eventing-wedstrijd in Nederland aan een ervaren ruiter in de arm te nemen als adviseur en steun. Ruiters willen graag meer invloed op wat er wordt gebouwd. Dat is alleen maar aan te bevelen!  Ik zeg altijd: kijk niet naar monumenten zoals Boekelo of Badminton als crossbouwer om een basiswedstrijd neer te leggen! Voor mij is het de B van Breed: smal en combinaties dicht op elkaar, dat is uit den boze. In balans in het goede tempo op de juiste afstand te kunnen rijden, dat maakt het galopperen en springen in het terrein zo mooi. Wij hebben wedstrijden met enorm veel potentie in Nederland. En zelfs dit jaar voor het eerst een EK voor junioren en YR in Nederland in Maarsbergen. Daar ben ik enorm trots op. De eventing, waarbij je buiten heel veelzijdig en naar de natuur van het paard bezig bent met dat paard, zit in een heel positieve flow. Laten we daar als deelnemers en niet-deelnemers van profiteren en genieten. De sport is veel te mooi!”

Naschrift: Gert Naber is de echtgenoot van ACSI-teamlid Alice Naber-Lozeman.

Thierry van Reine met ACSI Harry Belafonte, beste Nederlandse combinatie in de CC3*-S in Oudkarspel. Op de voorgrond de duidelijk zichtbare rode MIM-clip op de sprong voor de gesprongen hindernis. Foto Aniek Molenaar

MIM-clips in Sopot. Foto Janneke Boonzaaijer